Een bijzondere uitbreiding voor een jaren ’50 woning aan de rand van het bos. Er is gekozen om de achterzijde volledig open te gooien voor optimaal contact met de omliggende natuur. De grote puien worden met schuine kaders omsloten die door de verspringingen duidelijke markeringen van functies afbakenen. De dakopbouw is zoals stedenbouwkundig door de gemeente is voorgeschreven met een hellend dak uitgevoerd.
Door dit hellende dak in donkere beplating uit te voeren die zonder goot overgaat in de gevel ontstaat een rustig beeld. Het ingetogen kleurenschema zorgt voor een rustig contrast met het klassieke witte bestaande woonhuis.
Inmiddels is het ontwerp enthousiast ontvangen door de welstandscommissie.